Kleuters
Filters

Groep

Vak

Type

(Handelen) optellen en aftrekken met de telrij
Het kind kan (handelen) optellen tot ten minste 20 in context van de telrij. Er zijn 10 eendjes, er gaat er eentje weg. Er zijn 9 eendjes, er gaat er eentje weg.
Begrippen kennen rond optellen, aftrekken en splitsen
Het kind kent begrippen die horen bij optellen, aftrekken en splitsen, zoals 'erbij', 'eraf', 'weghalen', 'nog eentje', 'weg', 'samen', 'over'.
(Handelend) optellen en aftrekken en splitsen van hoeveelheden
Het kind kan (handelen) hoeveelheden onder ten minste 20 bij elkaar optellen, van elkaar aftrekken en splitsen.
Koppelen van telwoorden, nummers, hoeveelheden en getallen
Het kind kan telwoorden, nummer, hoeveelheden en getallen tot ten minste 20 aan elkaar koppelen. Welk cijfer hoort bij een bepaalde hoeveelheid? Hoe spreek je dit uit?
Vergelijken en ordenen van getallen in de getallenrij
Het kind vergelijkt en ordent getallen in de getallenrij tot ten minste 20.
Begrippen rondom getallen
Het kind kan omgaan met begrippen rond getallen, zoals 'groter', 'kleiner', 'grootste', 'kleinste', 'gelijk'.
Splitsen en samenvoegen van hoeveelheden
Het kind kan kleine hoeveelheden tot ten minste 20 splitsen of samenvoegen.
Herkennen van getalbeelden
Het kind herkent getalbeelden tot ten minste 20.
Begrippen rondom de telrij
Het kind kent begrippen die te maken hebben met tellen, zoals 'verder', 'door', 'terug', 'naast', 'tussenin'.
Doortellen en terugtellen
Het kind kan doortellen en terugtellen vanaf willekeurige getallen tot ten minste 10 en daarna tot ten minste 20.